Werk bij de Masaï

De gastspreker deze middag is de heer Ger Brakel uit Odoorn die komt vertellen over zijn werk bij de Masaï in Kenia voor de AMREF Flying Doctors in combinatie met de Waterleiding Maatschappij Drenthe.
De directeur van de WMD vroeg in 1997 of Ger, fysisch geograaf, dit project wilde gaan leiden. Tot 2003 heeft hij dat gedaan als werknemer van WMD. Daarna als vrijwilliger voor AMREF Flying Doctors. In 2008 was de cirkel rond en kon de  bereikte Masaï zich volledig zelf redden op het gebied van drinkwatervoorziening in hun dorpen. Vanaf 2008 is Ger achter de schermen actief voor dit project en daarna nog betrokken bij een drinkwatervoorziening in het westen van Kenia voor het St. Mary’s Hospital Mumias, een adoptieproject van het Scheperziekenhuis. Ook dat project is nu afgerond.

In het zuiden van Kenia en in het noorden van Tanzania, op de hoogvlakte rondom de Mount Kilimanjaro, leeft en woont een herdersvolk dat de naam Masai draagt. Voor de koloniale tijd bewoonden ze de lager gelegen gebieden met veel en goede graslanden voor hun vee. Met de komst van de “blanken” tijdens het begin van de koloniale periode vonden deze dat de lager gelegen gronden uitstekend geschikt waren voor de verbouw van koffie, thee en andere producten. De Masaï kon haar koeien wel houden op de (droge) savanne. De Masaï werd aldus verjaagd naar de hoger gelegen gebieden rond de Mount Kilimanjaro. Een gebied met een paar geasfalteerde hoofdwegen en voor de rest zand.

In de eerste 5 jaar van het project, fase I, zijn in 40 dorpen aanwezige waterputten, dieselmotoren en onderwaterpompen hersteld en waar nodig nieuwe putten geboord. De afstand tussen dorpen is ongeveer 25 km. Een dorp heeft gemiddeld 500 inwoners en 10.00 stuks vee. In alle dorpen zijn minimaal 2 Masaï opgeleid om de apparatuur goed te kunnen onderhouden. In 2005 doen al ruim 60.000 Masaï met hun honderdduizenden stuks vee mee aan het project. In fase II is een beheerassociatie opgericht. Bij de aanpak en uitvoering is altijd uitgegaan van de cultuur van het gebied met 7 te onderscheiden Masaï volken. Zo zijn er 7 clusterbesturen gevormd en een overkoepelend bestuur. Als het project wordt overgedragen aan de Masaï komen de AMREF mensen, die de Masaï tijdens het project trainen en opleiden, in dienst van deze Masaï organisatie. Zij hebben er dus ook alle belang bij dat het voor 100 % slaagt. Uiteraard blijft AMREF, de belangrijkste gezondheidsorganisatie in Kenya, tot in lengte van jaren de ontwikkelingen in de gaten houden. Onze koning Willem Alexander is beschermheer van de Flying Doctors (toen hij op bezoek kwam vloog hij natuurlijk ook zelf).

De financiering van het project is na de initiatieffase o.a. gebeurd door de Wilde Ganzen,  de Nationale Postcode Loterij en adoptie door 500 scholen! De uitvoering gebeurd op basis van “niets voor niets”. Elk dorp moet naast werkzaamheden 25% zelf opbrengen, wat kan door bijvoorbeeld vee te verkopen. Als mede-eigenaar word je automatisch mee verantwoordelijk. De koeien zijn numero 1 “zijn de baas” en dus het eerst aan de beurt bij de waterputten. Die raken dan logisch vervuild doordat ze er doorheen lopen en hun behoefte doen. Dus zijn in de dorpen zelf watertappunten geplaatst waar je water kunt kopen. Iedereen in een dorp betaalt voor het water dat gebruikt wordt.

Het project “Water voor de Masaï  is in 2008 praktisch gezien afgesloten en overgegaan in een Masaï waterbedrijf dat officieel is erkend door de Keniaanse regering. Uiteraard houdt AMREF Flying Doctors een oogje in het zeil door zitting te nemen in het bestuur van dit waterbedrijf. Zij hebben er ook direct belang bij. Je kunt nog zoveel geld steken in gezondheidszorg, als het water dat de mensen drinken vervuild is, is gezondheidszorg “dweilen met de kraan open”. Goed en betrouwbaar drinkwater is een eerste vereiste.
De Masaï leefde tot voor kort van water, melk, vlees en bloed. Meer hadden ze niet nodig. Er kwamen echter veel ziektes voor die in verband gebracht kunnen worden met dit eentonige eetpatroon. AMREF Flying Doctors doet er van alles aan om de Masaï te bewegen groenten en fruit te eten in welke vorm dan ook. Niet om de Masaï een verandering op te dringen, maar om het aantal ziektes terug te dringen. De Masaï accepteert dit gegeven langzaam maar zeker en vandaag de dag worden er zelfs pannenkoeken (maismeel) gebakken en gegeten. De afgelopen jaren is er sprake geweest van grote droogte en sprinkhanen plagen. Dan helpt AMREF en worden betalingen bijvoorbeeld een jaar opgeschort.

Als vrouwengroep doet het ons zeker goed dat Ger benadrukt hoe belangrijk de vrouwen zijn geweest voor het welslagen van dit project. De mannen zijn meest veehoeders op de savanne, vrouwen regelen alles thuis in de dorpen. Bereikt is dat vrouwen voor 40% deelnemen in de dorpsorganisaties. Naast de vrouwen zijn ook de jongeren “de Moran” erbij betrokken door hun bijvoorbeeld tegen betaling leidingen te laten uitgraven (tegen olifanten en diefstal). Moeders zijn dankzij de waterpunten meer thuis, kinderen gaan naar school en leren Engels. Soms wel afstanden lopen, maar daar zijn de Masaï goed in, weten we uit ervaring. De eerste Masaï zijn afgestudeerd en kunnen op andere wijze hun volk en de projecten ondersteunen.